Death Valley National Park een park van 13.648 vierkante kilometer groot met een hoogte variërend van 86 meter onder het zeeniveau (Badwater) tot 3.368 meter boven het zeeniveau (Telescope Peak). Het is een nationaal park sinds 31 oktober 1994 en heeft ongeveer 850.000 bezoekers per jaar.

Death Valley is de heetste, droogste en laagste plek van heel Noord-Amerika. Ondanks dit afschrikwekkende imago, is dit park erg populair bij natuurliefhebbers. De vallei bevindt zich voor een belangrijk deel beneden het zeeniveau en wordt omringd door hoge bergtoppen die vaak met sneeuw zijn bedekt.

De unieke flora en fauna hebben zich aangepast aan de extreme omstandigheden. Je vindt hier prachtige zandduinen, uitzonderlijk mooie rotsformaties, schitterende woestijnlandschappen en kraters. De hoogste temperatuur die ooit in het park werd gemeten - in juli 1913 - was 56,7 graden Celcius.

De extreme hitte van Death Valley is vooral voelbaar in Badwater; deze zoutvlakte ligt 86 meter onder het zeeniveau en is daarmee het laagste punt van het hele westelijke halfrond.

Op zondag 11 september weer vroeg vertrokken - vanuit Three Rivers - op weg naar Death Valley National Park. Qua kilometers een lange dag voor de boeg. Het bleek dat we uiteindelijk 625 kilometer hebben afgelegd vandaag. Via Bakersfield en Lake Isabella eerst ingecheckt in ons onderkomen in Ridgecrest (Panamint Springs Resort) en vervolgens zijn we via Highway 395 en 190 het park ingereden.